Ik heb het beide gedaan. In Scandinavië wilde ik echt graag helemaal naar het noorden en ik had een aantal plaatsen waar ik sowieso naartoe wilde. Dat was ook wel een beetje een vakantie met een doel zeg maar. Daar heb ik toen wel helemaal een route bij uitgezocht. Onderweg ben ik daar af en toe een beetje van afgeweken maar ik vond het wel fijn dat ik wist hoe ik overal ging komen, hoe lang dat ging duren en hoeveel tijd ik dan overal had. Dat maakte het onderweg ook makkelijker om te bepalen of ik ergens langer of korter wilde blijven. Ik moest namelijk ook zorgen dat ik op een bepaald moment weer in Nederland was, dat maakte dat het soms even puzzelen was. Ik had verder niks vooraf geboekt omdat ik wel flexibel wilde blijven. Ik vond het wel een fijne manier van reizen, omdat ik dus al een globaal overzicht had, alles kon doen wat ik me voorgenomen had en daarbinnen voldoende vrijheid had om van mijn plannen af te wijken.
Ik ben ook een keer door Oost-Europa gegaan en daar had ik niet echt een route maar toen liep er dus ook tegenaan dat ik soms ergens naartoe wilde en er dan achterkwam dat dat niet ging lukken vanaf mijn locatie. Of dat de treinreis veel langer bleek dan ik had gedacht. En de laatste paar dagen vond ik minder leuk omdat ik er toen opeens achterkwam dat als ik weer op tijd in Nederland wilde zijn, ik op moest schieten. En toen heb ik alleen maar grote steden gezien, omdat dat de snelste route was. En dat was niet per se heel leuk. Maar op zich was dat ook echt een prima manier van reizen hoor. Je bent gewoon wat vaker je plannen aan het bijstellen, omdat het altijd anders loopt dan je denkt. En je bent nog veel ter plekken aan het uitzoeken en dan kom je er soms dus achter dat je minder opties hebt dan je dacht. Dus je moet je gewoon iets meer overgeven aan het moment. En dat maakt het juist ook wel weer heel leuk.