2018
NIEUWSVACCINATIES
Uit onderzoek blijkt dat duizenden doden in Nederland werden voorkomen door vaccinaties
Alleen al in Nederland zijn tussen de 6.000 en 12.000 sterfgevallen voorkomen dankzij het invoeren van het rijksvaccinatieprogramma. Dit blijkt uit onderzoek van Maarten van Wijhe, die 14 september zijn proefschrift verdedigt aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘En dat geldt alleen nog maar voor de mensen in Nederland geboren tussen 1953 en 1992.’
Tonie Mudde26 augustus 2018, 23:00
Een kind wordt ingeënt tegen polio bij de GGD aan de Conradstraat in Amsterdam, in september 1957.Beeld ANP
De resultaten komen op een moment dat gezondheidsexperts zich zorgen maken over de bereidwilligheid van mensen om hun kinderen te laten vaccineren. Momenteel woedt in Europa een mazelenuitbraak, met in de eerste helft van 2018 meer dan 41.000 geïnfecteerden. Er vielen dit jaar in Europa al minstens 37 mazelendoden, meldt de wereldgezondheidsorganisatie WHO.
De problemen zijn het hardnekkigst in landen waar relatief weinig mensen zich laten vaccineren. Nederland doet het relatief goed – negen op de tien kleine kinderen krijgt alle vaccinaties – maar ook hier staat het vaccinatieprogramma onder druk. Zo krijgen jeugdartsen bijscholing om vaccinatietwijfelaars beter te kunnen overtuigen van het nut van de prikken, en spookverhalen over vermeende bijwerkingen te ontzenuwen.
Het aantal infectieziektes in Nederland daalde al flink vóór de invoering van het rijksvaccinatieprogramma in 1957, is een van de argumenten die vaccinatietwijfelaars vaak aandragen. Het onderzoek van Van Wijhe laat zien dat dat argument deels klopt: onder meer door betere hygiëne zakte het aantal uitbraken van ziektes als tyfus, cholera en dysenterie al vanaf het begin van de 20ste eeuw. ‘Maar vaccinaties waren wel nodig om al die vreselijke infectieziektes verder terug te dringen.’
Zeven infectieziektes
Van Wijhe bestudeerde de effecten van vaccinaties voor zeven infectieziektes: difterie, kinkhoest, tetanus, polio, mazelen, bof en rodehond. Met behulp van overheidscijfers keek hij bijvoorbeeld naar alle mensen geboren in 1950, volgde hen twintig jaar lang, en noteerde voor alle sterfgevallen de doodsoorzaak. Ditzelfde deed hij voor mensen geboren in andere jaren. ‘Zo kon ik zien hoe de sterfte zich ontwikkelt over de tijd, waaraan mensen stierven, en hoe de doodsoorzaken veranderden door de jaren heen.’
Hij maakte ook een alternatief scenario waarbij Nederland géén vaccinatieprogramma invoerde. De reeds bestaande trends in sterfgevallen en doodsoorzaken, bijvoorbeeld als gevolg van betere hygiëne en leefomstandigheden, trok hij daarbij door. ‘In het slechtste geval voorkwamen vaccinaties 6.000 doden, in het beste geval 12.000 doden. En dat geldt alleen nog maar voor de mensen in Nederland geboren tussen 1953 en 1992.’
Maarten van Smeden, statisticus aan het LUMC, las de Groningse studie op verzoek van de Volkskrant en spreekt van een ‘degelijk opgezet en goed uitgevoerd onderzoek met state of the art statistische methoden’. Van Smeden wijst er bovendien op dat alles uit de kast is gehaald om te voorkomen dat het effect van vaccinatie wordt overdreven. ‘Zo is er bij wijze van reality check ook een analyse gemaakt van twee infectieziekten waarvoor géén vaccinatie is. Zoals verwacht zie je daar geen daling van de relatieve sterfte.’
‘Schijntje’
Van Wijhe keek ook naar de kosten van het rijksvaccinatieprogramma. Die stegen van 5 miljoen euro in de jaren vijftig tot circa 93 miljoen nu, met name vanwege nieuwe en duurdere vaccins. ‘Dat is 0,2 procent van alle gezondheidsuitgaven. Relatief gezien een schijntje, terwijl de baten gigantisch zijn.’
Dat er mensen zijn die toch vaccinaties weigeren, bijvoorbeeld omdat ze bang zijn voor bijwerkingen, vindt Van Wijhe ‘jammer, want vaccins in Nederland zijn hartstikke veilig’. Vaccinatietwijfelaars raadt hij aan eens te kijken naar een oude foto van iemand met polio. ‘Mensen durfden toen niet eens meer naar het zwembad uit angst die ziekte op te lopen. Die tijd willen we echt niet terug.’
Samenvatting
NIEUWSKINDEROPVANG
Niet ingeënt? Dan mag de crèche voortaan kinderen weigeren
Kinderen die niet gevaccineerd zijn, mogen worden geweigerd in de kinderopvang. Het is aan de crèches zelf om die beslissing te nemen. Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer heeft dinsdag ingestemd met een initiatief-wetsvoorstel van D66 dat dit mogelijk maakt.
Gijs Herderscheê18 februari 2020, 15:26
Speelgoed in een kinderopvang.Beeld ANP
Alleen de SP, Denk en de christelijke partijen CDA, ChristenUnie en SGP stemden tegen. Daardoor lijkt ook een meerderheid in de Eerste Kamer verzekerd.
Het wetsvoorstel van D66-Kamerlid Paul van Meenen regelt dat kinderopvangbedrijven kinderen mogen weigeren die niet zijn ingeënt. Aan ouders kan worden gevraagd om bij de inschrijving en daarna periodiek een bewijs van inentingen te laten zien. Wie dat niet kan of wil overhandigen, mag worden geweigerd. Van Meenen wil de crèches meer beleidsvrijheid geven. ‘Het is geen dwang, geen verplichting, geen verantwoordelijkheid, maar een optie.’
Het voorstel is ingegeven door de lange tijd dalende vaccinatiegraad, al steeg die vorig jaar voor het eerst in jaren weer licht. Vorig jaar meldde gezondheidsinstituut RIVM dat 92,4 procent van de kinderen op 2-jarige leeftijd de dktp-prik – difterie, kinkhoest, tetanus, polio - heeft gehad en 92,9 procent de bmr – bof, mazelen, rodehond. Van de kinderen geboren in 2016 heeft 90,2 procent volledig deelgenomen aan het Rijksvaccinatieprogramma.
Om fracties in de Tweede Kamer over de streep te trekken is op initiatief van GroenLinks een evaluatie afgesproken zodra de wet twee jaar van kracht is. Ook mogen kinderen die om medische redenen niet zijn ingeënt niet door de opvang geweigerd worden.
Wet gelijke behandeling
Vorig jaar kondigde een grote kinderopvangorganisatie in Noord Holland, Berend Botje, al aan kinderen te gaan weigeren die niet tegen bof, mazelen en rode hond zijn ingeënt. In principe is dit in strijd met de Wet gelijke behandeling en de AVG, de algemene verordening gegevensbescherming, maar geen ouder is op basis hiervan naar de rechter gestapt.
Deze wetten kunnen kinderopvangorganisaties nog wel parten gaan spelen als zij de nieuwe wet gaan naleven. Zij mogen op basis van de AVG in principe geen registratie bijhouden welke kinderen wel of niet zijn ingeënt. Terwijl dat wel handig is om te controleren of kinderen tijdig zijn gevaccineerd. Kinderen worden immers niet op een vast tijdstip ingeënt maar op verschillende leeftijden.
Ook zou het kunnen dat ouders van niet-ingeënte kinderen op basis van de Wet gelijke behandeling bij de rechter toch toegang vragen tot de opvang. Het belangrijkste adviesorgaan bij wetsvoorstellen, de Raad van State, was op deze punten kritisch over het voorstel. Het kabinet vindt dat Van Meenen deze kritiek niet heeft weerlegd en voelt daarom niets voor het voorstel.
Campagnes
Vorig jaar bracht een commissie onder leiding van oud-PvdA-Kamerlid Roos Vermeij aan het kabinet advies uit over manieren om de dalende vaccinatiegraad te keren. Acties zijn een verantwoordelijkheid van de overheid, vindt de commissie. Het weigeren van niet-ingeënte kinderen door de opvang, vindt de commissie dan ook niet wenselijk.
De commissie stelde voor om campagnes te voeren en drong aan op indringende voorlichtingsgesprekken met ouders die niet meewerken aan vaccinatie. Als ultiem middel stelde de commissie voor om een ondergrens voor de vaccinatiegraad vast te stellen: als de vaccinatiegraad wegzakt, zou het kabinet volgens de commissie een vaccinatieplicht kunnen afkondigen.
Internationaal geldt 95 procent als een veilige norm. Als de vaccinatiegraad daar onder zakt, zijn uitbraken van de besmettelijke ziektes die door vaccinatie worden tegengegaan, niet meer uitgesloten. Het kabinet heeft het RIVM gevraagd om een ondergrens voor de vaccinatiegraad vast te stellen maar daar heeft het instituut zich niet aan gewaagd.
Regionale verschillen
De vaccinatiegraad wisselt regionaal sterk. In streng protestants-christelijke regio’s is die traditioneel veel lager dan elders, al daalt die nu ook in welvarende wijken waar vaccinatieweigeraars, zogenoemde anti-vaxxers, hun kinderen wegens wantrouwen over de veronderstelde bijwerkingen niet meer laten vaccineren. Desalniettemin heeft staatssecretaris Tamara van Ark (VVD) van Sociale Zaken aangekondigd met de ‘ondergrens’ aan de slag te gaan.
Het CDA was uiterst kritisch over het wetsvoorstel. Deze partij vreest dat ‘brandhaarden’ van infectieziektes kunnen ontstaan als niet-gevaccineerde kinderen in de opvang samenkomen waar geen vaccinatie-eis geldt. Ook kinderen van ouders die wel laten vaccineren, kunnen daardoor in gevaar komen, met name jonge baby’s die in hun eerste levensmaanden nog niet zijn gevaccineerd.
‘Mensen zeiden: moordenaar, je vergiftigt kleine kinderen’
Toen haar kinderopvangorganisatie besloot niet-gevaccineerde kinderen buiten de deur te houden, kreeg Alien Alberts antivaxxers, antroposofen en streng gelovigen over zich heen. ‘Je kunt wel zeggen dat er een sneeuwbal over ons heen is gerold.’
‘Verplichting is het enige dat helpt’
‘Dat antivaxxers hun eigen kinderen blootstellen aan potentieel dodelijke ziektes is al droevig genoeg. Dat ze aldus andermans kinderen in gevaar brengen zou geen beschaafde samenleving moeten accepteren’, aldus Volkskrant-columniste Elma Drayer.