Hij zal hier vast al langsgekomen zijn, maar het eeuwige: ‘Ooooooh dus als ik een advocaat nodig heb, dan kan ik jou bellen’. 1. Ik word geen advocaat 2. Ik word ook geen liefdadigheidsinstelling.
Of
‘Dat is vast saai.’
‘Dus je kijkt de hele dag in je wettenbundel.’
‘Zo, jij bent slim’