Ik wil nog iets toevoegen, wat volgens mij aangeeft hoe erg we allemaal gebrand zijn op werken, werken, werken, ten koste van van alles. Dit jaar was ik een poosje ziek thuis, overspannen. Ik kon helemaal niets en van het kwartier wandelen op een dag was ik soms zo moe dat ik de volgende dag niks kon. (Gelukkig voor mij was dit maar tijdelijk). Toen begon ik me na een poosje een beetje beter te voelen, maar wilde die ‘extra’ tijd nuttig besteden. Toen heb ik ongelofelijk op m’n kop gekregen van de bedrijfsarts omdat leuke dingen doen en ontspanning de basis is, en als je daarnaast kunt werken is dat top, maar als dat niet kan, gaat werk niet voor. Het duurde weken voor ik voor mezelf geaccepteerd had dat ik wel kon lunchen met een vriendin (voor max 2 uur en dan de rest van de dag niks) maar nog niet kon werken. Ik was bv ook doodsbang om collega’s of, erger nog, leerlingen tegen te komen tijdens een wandeling of een boodschap. En van dat eerste uur weer werken was ik zo vreselijk moe, dat was echt niet te vergelijken met een uur een boek lezen bv. Terwijl ik vrij simpel administratief werk deed dat uur, dus niks bijzonders mentaal of fysiek.
We leggen zo’n enorme druk op onszelf en elkaar mbt presteren en alles maar doen dat daar aan de ene kant mensen zichzelf overspannen werken en we aan de andere kant bijna afgunstig zijn naar mensen toe die niet kunnen werken maar wel een beetje levenskwaliteit hebben. Wanneer zouden we Lisanne’s situatie wel accepteren? Als ze altijd alleen maar ziek was? Is dat beter voor onze gemoedsrust dan wanneer ze wel af en toe, naast haar ziekte, wat lol heeft in het leven?