Ik had tot een paar jaar geleden een platonische vriendschap met een jongen. We kenden elkaar al lang, hadden elkaar als kind leren kennen bij een gezamenlijke hobby. Achteraf was het een aparte vriendschap, nogal houterig, hij was ook gewoon een beetje onnozel en socially awkward, snapte over het algemeen weinig van vrouwen en had zelden succes bij ze.
Op een dag kwamen we op het idee om een avondje bij mij thuis op de bank MDMA te gebruiken. Ik deed dit wel eens op feestjes, voor hem was het de eerste keer. Tijdens die MDMA-sessie werd hij ineens enorm loslippig en biechtte op dat hij al zijn hele leven opgewonden werd van ‘meisjes met hoge nood’. Rijen voor de wc’s tijdens het uitgaan met nodig moetende vrouwen vond hij helemaal het einde en hij hoopte vurig nog eens real life te mogen toekijken bij een plassend vrouwelijk wezen. Hij dacht dat dit ontstaan was toen hij als kind zijn zusje zag plassen en daar een bepaald gevoel bij had. Nadat ik alle ins en outs betreffende deze voorkeur te horen had gekregen vroeg hij hoopvol of ik ook ‘zoiets’ had om te delen waarop ik hem helaas het antwoord schuldig moest blijven.
Ik ben best een open minded persoon maar dit stond gevoelsmatig zo haaks op hoe hij verder altijd overkwam (gesloten, beetje burgerlijk) dat ik de neiging niet kon onderdrukken het toch een beetje tja, ‘viezig’ te vinden? Ik had dit simpelweg liever niet geweten. En vooral vond ik het een heel erg ongemakkelijk idee dat hij dit wellicht in een impulsieve vlaag had verteld om begrip te vinden, en dat ik hem vervolgens geen wederzijds geheim van dit kaliber kon schenken.
We hebben er nuchter nooit meer over gesproken. Ik durfde er niet over te beginnen omdat ik dacht dat hij misschien vergeten was dat hij het had verteld. We hebben elkaar op een bepaald moment uit het oog verloren, hij is inmiddels getrouwd en als ik foto’s voorbij zie komen van hem en zijn vrouw zie dan hoop ik altijd gewoon maar voor hem dat ze knallende plasseks hebben.