Eigenlijk is het heel simpel. Je maakt spitskool stamppot en laat die afkoelen. Dan doe je daar een ei door en een eetlepel bloem. Dit kneed je door elkaar totdat alles goed is opgenomen. De stamppot moet een beetje de structuur van playdoh krijgen en blijven plakken dus als het te nat is doe je er nog wat bloem bij maar maak het ook niet te droog want dan valt het straks uit elkaar. Dus afhankelijk van de hoeveelheid stamppot eigenlijk een beetje kijken wat er mist.
Vervolgens schep je steeds een opgehoopte eetlepel stamppot in je hand en rol je er balletjes van ter grootte van een pingpong balletje ongeveer. Deze druk je plat zoals een koekje maar let er wel op dat het niet te dun wordt want dan kun je ze in de pan amper omdraaien zonder dat ze breken.
Verhit een koekenpan met een flinke klont boter of scheut olie. Bestrooi de koekjes net voor het bakken aan beide kanten met een beetje bloem (of als je iets meer knapperig wil met paneermeel of panko). Als het goed is blijft dit vanzelf plakken anders druk je het er een beetje in. Bak de “koekjes” aan beide zijden goudbruin.
Dit kan trouwens met vrijwel iedere stamppot, maar ook met bijvoorbeeld aardappelpuree en kruiden of geraspte kaas. Zuurkoolstamppot + rozijnen is hier favoriet, net als aardappelpuree, kerrie en geraspte kaas.