Dit heeft in mijn ogen veel meer te maken met waar jij je als mens fijn bij voelt, dan met ‘Nederlands ongastvrijheid’. Mijn deur staat voor heel veel mensen altijd open, maar ik ben simpelweg niet op dat niveau sociaal dat het supergezellig wordt als ik een wildvreemde een dag de stad laat zien.
Mijn oma’s en opa’s hebben een klein dorp aan kinderen gemaakt, waar inmiddels de eerste achterkleinkinderen richting tienerleeftijd gaan. Die wonen verspreid over vier landen en iedereen is altijd overal welkom en dat is echt mijn nachtmerrie. Als ik naar een van die landen reis slaap ik nog liever in een duur hotel dan bij hen thuis, want het enige wat mij en die mensen bindt is een bloedband die ik met nog 50-100 mensen op datzelfde niveau heb. Hartstikke leuk dat de social butterfly’s elkaar te pas en te onpas opzoeken, maar laat mij erbuiten. En er zijn verre familieleden waarmee ik echt leuk klik die ik zo zou ontvangen, maar die zouden (weet ik zeker) een ander bellen voor een stadstour.