Vorige week was er ook ergens een discussie op het forum over of je alles mag zeggen als comedian (ik weet niet meer in welk topic, ik dacht dat het over racisme ging). Ik worstel daar zelf ook wel wat mee, want op zich mag je alles zeggen, maar zoals @grace en @Eddie zeggen, dat betekent niet dat je alles moet goed vinden. In elk geval, afgelopen weekend stond er in De Morgen (Vlaamse krant) een interview met Tom Lanoye, en ik vond dat hij het wel goed kon verwoorden.
krant: Een van de kiemen van uw schrijverschap was het literair scheldproza.
“Waar ik nog altijd een grote fan van ben. Maar het virtuoze schelden an sich is voor mij niet meer voldoende. Ik heb die leerschool achter de rug. En ik heb stilaan mijn bedenkingen bij het principieel goedpraten van elke vorm van humor, onder het mom van vrije meningsuiting. De bullebak op de speelplaats vindt zichzelf ook grappig; die doet het zogezegd ook voor de lol, of om de anderen te entertainen. Terwijl hij in werkelijkheid humor gebruikt om zijn vermeende superioriteit bot te vieren en te spreken voor hij slaat. En wat voor humor geldt, geldt voor de kunst in het algemeen. We stellen ons vaak de vraag: kan kunst de wereld redden? Eigenlijk zouden we ons moeten afvragen: kan kunst de wereld mee naar de knoppen helpen? Als we naar Leni Riefenstahl kijken, als we naar sommige kunstenaars-propagandisten kijken, en naar sommige ‘humoristen’…”
… moeten we volmondig ‘ja’ antwoorden?
“Helaas wel. Kunst en humor worden soms ingezet om mensen te vernederen en te ontmenselijken. Humor kan een zeer duistere kant hebben, net zoals seks en religie. Ik wil verantwoordelijk blijven voor mijn woorden. Dat wil zeggen dat je fouten moet kunnen maken, maar ze ook moet kunnen toegeven: ja, ik ben over de schreef gegaan. Want als alles per definitie gezegd moet kunnen worden, zonder risico op afkeuring of sanctie, wat betekent het dan nog wat ik zeg? Ik worstel daar mee. Het is moeilijk, want ik zou uiteraard willen dat de totale vrijheid bestond. Maar anderzijds denk ik: als een principe geen uitzonderingen kent, is het geen principe maar een dogma. (denkt na) Misschien word ik een oude lul.”