Hangt heel erg van de puzzel af. Eerst de randen inderdaad, en daarna sorteren op kleur en/of op iets dat heel centraal/opvallend is in de puzzel (hoofdpersonage, opvallend kleurvlak, huisje, …). Eens je een goed begin hebt, ga je vaak meer details zien in de puzzel, of kan je over gaan naar een tweede onderwerp/kleur. En eindigen met de lucht/de zwarte vlakken/de moeilijke stukken.
Maar als het een troost mag zijn, ik vind het begin (nadat de randjes gelegd zijn) en het einde (als je enkel nog heel veel moeilijke stukjes over hebt) ook vaak het lastigst. Eens je wat vorderingen ziet, gaat het beter.
Als het echt allemaal gelijkaardige stukjes zijn, sorteer ik ze op vorm. Je hebt bij de meeste puzzels “lange” en “brede” stukjes, die afwisselend in elkaar passen. Dus dan zoek ik alle lange stukjes samen en alle brede stukjes en ga ik ze gewoon 1 voor 1 proberen. Maar ik heb een grote haat voor puzzels die alleen maar dat soort vlakken hebben, haha. Het hoeven geen Jan van Haasterens te zijn, maar een beetje drukte in de puzzel heb ik liever.