Een ongemakkelijk moment voor de ander:
Mijn zusje was laatst in een winkelcentrum op de kinderwagen aan het passen met ons nichtje van 1. Ze was in gedachte naar de grond aan het staren toen een vrouw naar haar toe kwam en vroeg of het goed ging en of ze aan het huilen was en of dat haar kind was? Ze zei dat ze niet zomaar kon doorlopen als ze iemand daar zag staan huilen(vet lief), maar a. Mijn zusje was niet aan het huilen, gewoon in gedachte en b. het was niet haar kind, want mijn zusje is 11 .