Toen ik als naïeve 18-jarige mijn suffe dorpsleventje inruilde voor het spannende studentenbestaan werd ik zo dronken op het eindfeest van het introductiekamp dat ik al om 22.00 uur in m’n stapelbedje lag (feest was net begonnen), op één kamer samen met nog enkele andere zielige zwakkelingen van mijn soort. Ik had alleen het probleem dat ik steeds opnieuw moest kotsen. Ik rende dus maar de hele tijd naar de wc op de gang, maar een keer haalde ik die net niet en kotste ik eerst in de gang en daarna naast de wc-pot en tegen de muur. Moedeloos bekeek ik de schade en besefte ik dat ik het mijn feestende medemens verplicht was om verantwoordelijkheid te nemen voor mijn daden. Ik kon dit niet maken. Ik kon onmogelijk vertrekken zonder de boel schoon te maken. Dus daar ging ik dan in mijn pyjama met de wc-rol in m’n hand, zo goed en wel als het kon, want ik was nog altijd zo beneveld als een in port gemarineerde Oost-Siberische zoetwatergarnaal. Ik heb zelfs nog met deo rond staan spuiten. Maar toen werd ik geconfronteerd met een nieuw dilemma: het wc-papier raakte op. En de wc was nog lang niet schoon. In een vlaag van blinde paniek en verstandsverbijstering heb ik met - brrrr - blote handen een greep gedaan in het prullenbakje dat in de hoek stond en met de inhoud (jawel, proppen gebruikt maandverband en in wc-papier gewikkelde tampons dus) mijn schoonmaaktaak volbracht tot het ergste weg was. Daarna kon ik pas met mezelf en de situatie in het reine komen, en rustig verder in bed gaan sterven van ellende.
Achteraf snap ik niet hoe ik heb kunnen denken dat ik die wc ook maar iets schoner heb gemaakt door zwalkend met behulp van bebloed maandverband kots van de vloer en muren te gaan staan schrapen. Maar hey, de intenties waren goed.