Serieus? Als het een heeeeleeeee lange Italiaanse naam was oke. Maar kom op. Gucci. Makkelijker kan niet.
“Ik voel je” gebruikt als vertaling van “I feel you”
In de (amusement)media: hij is opnieuw vader geworden.
Hoe kan je nu opnieuw vader worden? Je bent het, of je bent het niet, toch? Vader van een tweede kind, of opnieuw een kind gekregen, kan ik begrijpen. Maar opnieuw vader worden vind ik zo lelijk.
Geen idee of het echt fout is overigens.
He bah, wat eh viezig!
Ik vind het ook fout hoor. Je kan als je al een kind hebt niet nog een keer vader worden toch. Vind dat ook altijd raar.
Haha ik zag net voorbij komen “voor het eerst vader geworden”, idd ook over een BNer viel me voorheen nooit op maar het is echt heel raar inderdaad.
Ik ben op m’n 18e voor het eerst volwassen geworden.
Ik dacht dus dat Buddy Vedder die jongen van Click Clack was maar dat is dus Ralf Mackenbach. Weer wat geleerd vandaag.
En wist je dan ook dat ralf mackenbach van songfestival ster naar kernfusie phd’er is gegaan?
Ja, ik ben daarna allerlei informatie gaan opzoeken. Nu zou ik een 15 minuten durende spreekbeurt kunnen houden inclusief danspasjes.
“He is married with two young children”
Klinkt toch niet echt lekker imo
Ik dacht als kind ook altijd dat Al Bundy wel een echte viezerik moest zijn omdat hij ‘married with children’ was…
Ik hoop dat ik hier wat taalmolloten kan vinden voor de volgende puzzel:
Het spatbord was snel gerepareerd.
Vinden jullie dit een werkwoordelijk of een naamwoordelijk gezegde? Beargumenteer.
Volgens de antwoorden van de online oefening is het een werkwoordelijk gezegde. Dat betekent dat de handeling van de reparatie centraal staat in de zin. Ook al voert het onderwerp (= het spatbord) die handeling niet zelf uit.
Aan de andere kant zou je kunnen beargumenteren dat er iets wordt gezegd over het spatbord, deze is snel gerepareerd. Dan zou het een naamwoordelijk gezegde kunnen zijn. Al vind je verder geen naamwoorden in de zin (snel is een bijwoord).
Een argument tegen is dan weer dat ‘was’ een hulpwerkwoord is om deze zin in de juiste tijd te zetten. Het is dus geen koppelwerkwoord dat een toestand koppelt aan het onderwerp.
Jeetje wat een moeilijke. Ik vind inderdaad voor allebei iets te zeggen!
Als je denkt aan ‘de lantaarnpaal was geverfd’ kom ik er ook niet uit… het kan over het verven gaan maar zegt ook iets over de lantaarnpaal.
Als je een goede uitleg bedenkt meer dan welkom haha
Hm, met jouw voorbeeld erbij denk ik dat ik de verwarring al snap.
Beide zinnen staan in de lijdende vorm, wat betekent dat het onderwerp zelf niks doet. Er wordt juist iets met het onderwerp gedaan. In beide gevallen wordt dus niet benoemd wie de handeling uitvoert, maar je kunt het er wel bij denken.
De lantaarnpaal was geverfd door de gemeente.
Het spatbord was snel gerepareerd door de fietsenmaker.
Alleen bij actieve zinnen kun je jezelf dus afvragen of het onderwerp ‘iets doet’ (ww gez) of ‘iets is’ (nw gez). Dit is trouwens een heerlijk filmpje.
Edit: Heerlijk is mijn taalergernis en die heb ik er nu toch maar mooi in verwerkt
Over bijvoeglijk naamwoorden gesproken.
Iemand is jarig op zijn verjaardag.
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Over welk zelfstandig naamwoord zegt ‘jarig’ in bovenstaande zin iets? Over ‘iemand’? En maakt dat het dan een naamwoordelijk gezegde? Ik vind dat dus echt lastige woorden. Als ik op nog een ander voorbeeld kan komen, kom ik weer terug.
Ik snap dus niet waarom jarig een bijvoeglijk naamwoord is. Ik snap wel dat het dat kan zijn, maar niet waarom het dat in deze zin is.
Net als: Ik word oud. Oud is dan een bijvoeglijk naamwoord? Maar waarom dan eigenlijk, over welk zelfstandig naamwoord zegt het iets? Over ‘ik’? Want dat is ook eigenlijk weer een voornaamwoord.
Wat slecht dan van de methode waar ik mee werk. Daar staat het namelijk zo in en zo heb ik het zelf ook altijd aangehouden. Bedankt voor het meedenken en ik ga online even verder uitzoeken hoe dit nou zit.
@Twijfelaar Ik heb ook het idee dat je aan het bijwoord ‘snel’ kunt merken dat het om een werkwoordelijk gezegde gaat. Snel zegt iets over het repareren, dus de handeling staat hier centraal indd. In het voorbeeld van het verwennen zou ik daarom ook zeggen dat ‘dit kind is verwend’ een naamwoordelijk gezegde is (het verwende kind), maar bijvoorbeeld ‘dit kind is vroeger dagelijks verwend’ weer een werkwoordelijk gezegde, omdat het bijwoord dagelijks weer de nadruk op de handeling van het verwennen laat liggen.
Mooie uitleg! Volgens mij geldt deze uitleg ook 1 op 1 voor de zin die je erna geeft.
De fiets was snel gerepareerd.
Dit kind is vroeger dagelijks verwend.
Snel zegt wat over repareren en dagelijks zegt iets over verwennen. Snel en dagelijks zijn bijwoorden bij de voltooid deelwoorden, dus twee keer een handeling die centraal staat.
Misschien bedoelde je dat ook wel want je gebruikt 2x nw gez in je bericht.
Edit: Ik lees je bericht nog een keer en ik snap je nu beter denk ik.
Dit kind is verwend.
Deze zin zou naar mijn idee beide (nw en ww gezegde) kunnen zijn. Het hangt denk ik van de toon of context van de zin af.
Dit kind is verwend (door oma/op zijn verjaardag). = ww gez
Dit kind is verwend. (Het verwende kind, verwend zegt iets over kind.) = nw gez
Dit voorbeeld laat dan zien dat voltooid deelwoorden die bijvoeglijk worden gebruikt het nw gez er niet makkelijker op maken.
Ja en laten ‘door oma’ en ‘op zijn verjaardag’ nou net beide bijwoordelijke bepalingen zijn, dus dat is precies wat ik bedoel.
Ahja shit ik zie dat ik in mijn eerste bericht ‘naamwoordelijk gezegde’ had getypt waar ik ‘werkwoordelijk gezegde’ bedoelde. Heb het aangepast haha nu is het wellicht duidelijker