Wij komen nu net een beetje ‘uit’ deze fase (net drie geworden) gezien ze de meeste dingen nu ook echt kan en het niet eindeloos duurt. Bij mij hielp het duidelijke grenzen aan te geven, bijv in de ochtend, dat ze best zelf mag aankleden maar over 5 minuten gaan we naar beneden. Als je dan nog niet aangekleed bent help ik je. Plus voor mijzelf de acceptatie dat de boze emotie en frustratie er eenmaal bij hoort. En ook te zeggen: dat ze best boos mag zijn omdat ze het zelf wil doen. En dat mama op tijd op werk moet zijn dus ik help je nu omdat het niet gelukt is.
Of dingen die je zelf al gedaan hebt en niet meer kunnen ‘ik zie dat je boos bent dat ik geroerd heb. Morgen mag je het zelf doen’. Ik stond er ook niet te lang bij stil en ging gewoon doe naar het volgende. Soms dan was ze zo boos dat ze dan niet had gegeten en we toch weg moeten, helaas pindakaas.
En soms hielp het om bijna iets wat ze ze niet zelf kon/mocht doen, dan de optie te bieden iets anders (wat minder tijd kost, of wat ze kan) dan wel zelf te doen. Zoals zo meteen uitkiezen welke schoenen je aan mag (en ik trek ze aan bij je) of wil je deze of deze jas? Ik doe de rits voor je dicht. Het gaat vaak niet om exact hetgeen waar ze boos over worden, maar omdat ze bepaalde controle willen over hun ritueel en zelf keuzes kunnen maken. Een andere keuze bieden (die je al voor geselecteerd hebt) geeft toch het gevoel dat ze invloed hebben.