Wij dwingen nooit, maar als we willen dat hij iets proeft proberen we het leuk of interessant te maken. (Spelletje van maken, van wortels krijg je goeie ogen).
Maar meestal zetten we een bord neer met wat we eten en verdelen we oog nog de dingen apart. Zoals bijvoorbeeld als we nasi eten: 1 schepje nasi met kip, 1 klein schepje droge rijst, 1 klein schepje kip, toetje en eventueel een klein bakje kroepoek. Zo heeft hij altijd iets wat hij lust (hier kroepoek en toetje) en kan hij op zijn manier kiezen wat hij eet. Als hij dan nog meer wil van iets, moet hij eerst 4 hapjes proeven van het hoofdgerecht.